Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Menen

Label behaald in 2022

“Naast het feit dat het traject goed in elkaar zit, is het voor elke stad een eyeopener.
Het traject werkt verbindend, over alle stadsdiensten heen.” (Alexander Delaere, deskundige jeugd en sport)


Wat was voor Menen de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?

Kasper Vandecasteele, Schepen van Participatie, Sport, Jeugd, Evenementen & Senioren: “Kinderen worden vaak als doelgroep over het hoofd gezien, ondanks het feit dat ze een groot deel van de bevolking vertegenwoordigen. In Menen is 29% van de bevolking jonger dan 26 jaar, wat toch bijna een derde is. Net daarom zetten we volop in op een stad op maat van kinderen en jongeren. We willen hen betrekken in de ontwikkeling van de stad, omdat we ervan overtuigd zijn dat hun kijk anders en waardevol is.

En dat was voor ons de motivatie om van Menen een kindvriendelijke stad te maken! Van het begin van de legislatuur werd duidelijk: dit wordt onze topprioriteit! We willen een kindvriendelijke stad voor de kinderen, maar vooral mét de kinderen. We willen hun mening weten en horen, over wat er allemaal beter kan en anders moet in onze stad. Want we weten allemaal: "de waarheid komt uit een kindermond". We willen benadrukken dat kinderen en jongeren hier welkom zijn. Dat ze kunnen meedenken én zelf kunnen bouwen aan een kindvriendelijk Menen.”

"In Menen is 29% van de bevolking jonger dan 26 jaar, wat toch bijna een derde is. Net daarom zetten we volop in op een stad op maat van kinderen en jongeren. We willen hen betrekken in de ontwikkeling van de stad, omdat we ervan overtuigd zijn dat hun kijk anders en waardevol is."

Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?

Alexander Delaere, Deskundige Jeugd & Sport: “Naast het feit dat het traject goed in elkaar zit, is het voor elke stad een eyeopener. Wij waren sowieso als stad tevreden met ons eindrapport en we wisten dat we in deze richting moesten blijven verder werken, ongeacht of we het label behaalden of niet. Het traject werkt verbindend, over alle stadsdiensten heen. Ook het contact met andere actoren en middenveldspelers wordt door het traject intenser en concreter (lees: minder vrijblijvend). De tools, methodieken en werkvormen die worden aangereikt vanuit Bataljong zijn ook efficiënt en doelkrachtig.

Aangezien ik nog maar pas in dienst was bij de start van het traject, was het opstarten van een strategisch platform voor mij persoonlijk een sprong in het diepe. Maar dankzij dit medium heb ik enorm veel bijgeleerd over de stad op korte termijn. Voor de cohesie binnen de organisatie is het zeker ook een aanrader.”

Waar zijn jullie het meest trots op?

Hannah Maddens, Afdelingshoofd Vrije Tijd Stad Menen: “Ik denk dat we als stad in het bijzonder trots mogen zijn op onze aanpak van buurtgericht en vindplaats gericht werken en alle inspanningen die we leveren voor kinderen en jongeren die het wat moeilijker hebben.
Zo bestaat onze mobiele speelpleinwerking (mobspel) al tien jaar, bereiken we met vindplaatsgericht werken (VPG) en het jeugdopbouwwerk tal van kinderen en jongeren op straat en is ook Overkop in Menen een succes.
Dit naast alle andere activiteiten die we voor alle kinderen en jongeren in de stad organiseren.
Daarnaast zijn we ook trots op de ‘goesting’ die we losmaakten bij tal van collega’s en partners om van Menen een kindvriendelijke stad te maken.”


Waar willen jullie zelf nog aan werken?

Frederic Dehaudt, Kabinetsmedewerker schepen van Jeugd: “In Menen zijn kinderen geen passieve inwoners. Ze hebben een mening over de inrichting van de openbare ruimte, over het verkeer, over de evenementenkalender… en over de wereld van morgen. Omdat Menen resoluut de weg is ingeslagen van een kindvriendelijke stad, willen we de stem van de kinderen klaar en duidelijk horen. Dat is een grote uitdaging. Kindergemeenteraden, meer en intensere samenwerkingen tussen scholen en stad, een gebruiksvriendelijk participatiedraaiboek, een sterke communicatiestrategie en andere maatregelen willen het DNA van de stadsadministratie stap voor stap veranderen. Het zal tijd en moeite kosten om alle medewerkers en diensten van die aanpak te overtuigen, want vandaag is participatie (van kinderen en jongeren) nog geen maatstaf voor onze dienstverlening. De werkgroep KVSG zal daarop toezien door de administratie uitdrukkelijk en systematisch uit te nodigen om op zoek te gaan naar de beste participatie van kinderen en jongeren. We zullen hen hierin zo goed mogelijk begeleiden. Het is een proces dat we nauwgezet zullen monitoren. Over drie jaar moet Menen zowel in zijn uiterlijke verschijningsvorm als in zijn interne werking een stad zijn waar duidelijk naar de stem van kinderen wordt geluisterd.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk

Silina Verhaeghe, Jeugdwelzijnswerker: “Tijdens de paas- en zomervakantie gaan verschillende vakantiewerkingen door op grondgebied Menen, waaronder een vindplaatsgerichte werking. Vier animatoren gaan aan de slag in de openbare ruimte om jongeren te ontmoeten. Vanuit ontmoeting en een vertrouwensband gaan zij aan de slag met, door en voor jongeren op individueel- en groepsvlak, met signalen maar eveneens aanbod en activiteiten. Uit deze visie ontstaan twee grote activiteiten per vakantieperiode die samen met de jongeren vorm krijgen. De animatoren werken enkel op vraag van de jongeren en proberen die zoveel mogelijk te betrekken in het proces of de uitvoering van de activiteit zelf.
De Chillspots die we zo creëren gaan dan van voetbaltornooien, gezellig samen zitten, graffiti-activiteiten tot barbecues.”

“Om de visie van Menen rond Kindvriendelijke Steden en Gemeenten te vormen en de doelstellingen te kunnen opmaken, zijn belevingsonderzoeken georganiseerd met de doelgroep kinderen en jongeren. Ook daarop zijn we trots. Deze manier van input bevragen bij kinderen en jongeren was verhelderend en opent deuren voor participatie en inspraak in de toekomst. De belevingsonderzoeken werden op maat van de doelgroep opgemaakt zodat zowel kinderen als jongeren bevraagd werden en zowel georganiseerde als niet-georganiseerde jeugd. Daarbij werden deze ook op verschillende tijdstippen en in verschillende ruimtes uitgevoerd, zowel in de vrije tijdssfeer als in scholen.
Uit deze belevingsonderzoeken kwamen heel veel verschillende thema’s en signalen voort waardoor er heel ruim een visie kan opgesteld worden en alle aspecten van een beleid en van de stad onder de loep genomen werden.
Een start van een traject om trots op te zijn en verder mee aan de slag te kunnen gaan.”