Asse
"Door het traject word je als gemeente gedwongen om jezelf een spiegel voor te houden.” (Johan De Rop, schepen van Jeugd en Onderwijs)
Label ontvangen in 2024.
Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Carolien De Ryck, departementshoofd Vrije Tijd en Onderwijs: “We zetten de voorbije jaren in Asse al sterk in op kinderen en jongeren vanuit verschillende diensten, en er leefden – vaak bij elke dienst of domein op zich – goede initiatieven om van Asse een fijne plek te maken voor kinderen en jongeren. Laat ons zeggen dat we al een tijd werkten aan een goede voedingsbodem, een goed klimaat om een kindvriendelijk beleid te laten groeien."
“Laat ons zeggen dat we al een tijd werkten aan een goede voedingsbodem, een goed kli-maat om een kindvriendelijk beleid te laten groeien.”
"Eind 2022 voelde als een ideaal moment om het traject naar het label op te starten: een aantal projecten en beleidsplannen kwamen samen en we konden de bevraging meteen heel breed voeren naar aanloop van de lokale verkiezingen, met een extra focus op kinderen en jongeren. Zo konden we de verschillende beleidsplannen die in opmaak waren, nog sterker samenbrengen en strategisch verankeren vanuit een kind- en jeugdvriendelijke bril. Het kindvriendelijke verhaal als een verbindende laag voor alle beleidsdomeinen.”
Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Johan De Rop, schepen van Jeugd en Onderwijs: “Omdat een traject Kind- en Jeugdvriendelijke Gemeente je enerzijds laat focussen en anderzijds breed laat denken. Door het traject word je als gemeente gedwongen om jezelf een spiegel voor te houden. Wat loopt goed, wat kan beter? Dankzij analyse (fase 1) en belevingsonderzoeken (fase 2) ga je nog meer stilstaan bij wat de noden van je bevolking zijn. Je gaat verder nadenken en laat je ‘business as usual’ los. Tegelijk ga je ook heel breed: een beleid voor kinderen en jongeren gaat verder dan alleen vrije tijd. Jongeren komen dagelijks in aanraking met thema’s als mobiliteit, wonen, onderwijs, veiligheid, je goed in je vel voelen... Met het traject creëer je kansen om verschillende diensten en mandatarissen te laten werken aan een gezamenlijk project.”
Waar zijn jullie het meest trots op?
Isabelle Rombauts, diensthoofd Jeugd: “Dat we een heel brede groep kinderen en jongeren konden bereiken, zowel voor de bevraging als tijdens de belevingsonderzoeken. We werkten nauw samen met de scholen en brugfiguren om ook de stem van kinderen in kwetsbare posities en andersgeorganiseerde jongeren te horen."
“We werkten nauw samen met de scholen en brugfiguren om ook de stem van kinderen in kwetsbare posities en andersgeorganiseerde jongeren te horen.”
"We creëerden met ‘JONK en veel te zeggen’ een campagne die ook nu nog blijft hangen bij de jeugd. Ik merk dat we dankzij het traject wel een aantal ingangspoorten hebben gevonden om hen te bereiken: via school, op straat, via brugfiguren, online.... En ik heb het gevoel dat zij ons (via via) ook wel makkelijker vinden. Bij een participatiemoment voor jongeren over onze stationsomgeving sprak ik een jongere aan op het skatepark die zei: ‘hé, ik ken u’. Ik was een half jaar geleden in zijn klas voor een belevingsonderzoek rond publieke ruimte en vrije tijd. Het maakte de drempel om deze keer ook zijn mening te geven misschien iets kleiner, of dat hoop ik alvast."
“Ik wil graag nog zeggen dat we nu als jeugd merken dat de gemeente veel moeite aan het doen is en dat dat echt chill is en wordt geapprecieerd. Want het zou eigen-lijk altijd zo moeten zijn dat we als jeugd het gevoel hebben dat we gewoon kunnen langgaan van: ‘Hey, zouden jullie het skatepark wat cooler kunnen maken aub?’” (jongere tijdens het belevingsonderzoek)
Yannick Févery, JONK-reporter: “We zijn ook trots op de 214-challenge (een uitdaging om 214 kinderen op lijnbus 214 te krijgen, als ludieke actie om jongeren te laten deelnemen aan de bevraging). Het begon als een zot idee uit een brainstorm en was meteen een goede vuurdoop voor ons als JONK-reporters. Het was ook echt tof om het traject van dichtbij te kunnen volgen en mee na te denken over een vertaling op kinder- en jongerenmaat.”
Johan De Rop: “En als schepen ben ik niet alleen bijzonder trots op het resultaat van de grootschalige oefening en het behalen van het label Kindvriendelijke Gemeente. Ik ben ook fier op de kanjers binnen onze gemeentelijke administratie die ervoor gezorgd hebben dat we tot dit resultaat zijn gekomen. Er werkten heel wat medewerkers van onze gemeente aan mee, maar zeker de vier trekkers Lotte, Dorien, Carolien en Isabelle verdienen een ‘dikke proficiat’ en vanuit de jongeren een ‘dikke dankjewel’.”
Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Evert De Proost, departementshoofd Grondgebiedzaken: “We koppelden het traject naar een Kindvriendelijke Gemeente aan de interne campagne ‘Iedereen mee met BBC’, ter voorbereiding van de opmaak van onze inspiratienota voor de lokale verkiezingen. Daardoor creëerden we intern een groot draagvlak bij alle diensten en konden we heel wat kindvriendelijke zaadjes planten. Ik merk dat die stilaan ook beginnen groeien, zonder dat we er van-uit het MAT op aandringen: vanuit ruimtelijke ordening bijvoorbeeld stelden de collega’s zelf de vraag naar een participatieworkshop met jongeren. Je voelt dat diensten mekaar onderling steeds beter weten te vinden. Maar we zijn er nog niet: dit is nog maar de start van ons kindvriendelijke verhaal voor de komende zes jaar. De grootste uitdaging zal liggen in het blijven werken aan draagvlak. Hoe zorgen we ervoor dat we ons enthousiasme en de dynamiek van het laatste anderhalf jaar blijven behouden en de kindvriendelijke reflex in alle beleidsdomeinen kunnen implementeren?”
“Ik merk dat de kindvriendelijke zaadjes stilaan beginnen groeien, zonder dat we er vanuit het MAT op aandringen.”
Kindvriendelijk beleid in de praktijk.
Lotte Verbeyst, coördinator Huis van het Kind: “Dankzij het traject hebben we een goed zicht op de noden van onze jonge inwoners. Uit de bevraging en het belevingsonderzoek bleek duidelijk de nood aan een vrijetijdsaanbod op maat, zeker voor tieners. Tegelijk geven toch wel wat jongeren aan zich regelmatig zorgen te maken en daarvoor bij niemand terecht te kunnen. Secundaire scholen rapporteren meer moeilijkheden op school, meer en complexere problemen bij de jongeren.
Toen eind januari 2024 de oproep kwam naar nieuwe OverKop-huizen, konden we heel snel schakelen en ging het bestuur meteen akkoord om ons kandidaat te stellen. De jeugdplek die momenteel gebouwd wordt in Zellik als onderdeel van het nieuwe vrijetijdscentrum ‘t Gezel, kunnen we vanaf september inrichten als OverKop-huis. Ook de bestaande jongeren-werkingen hebben er een plek. Het wordt echt een plek voor en door jongeren. In de nabij-gelegen gemeentetuin met sport- en spelmogelijkheden (vb. voetbal-, basket- en skatecirkel, callisthenics, …) is er ook een fysieke plek voor kinderen en jongeren in de publieke ruimte.”
“Toen eind januari 2024 de oproep kwam naar nieuwe OverKop-huizen, konden we heel snel schakelen en ging het bestuur meteen akkoord om ons kandidaat te stellen.”
Dorien Capens, diensthoofd Kinderopvang: “De werking op deze site gaat trouwens nog breder: de nabijgelegen school wordt momenteel uitgebreid en we voorzien er als lokaal bestuur zelf ook een locatie voor kinderopvang. De strijd tegen kinderkansarmoede begint immers hier, bij de allerkleinsten.”
“De strijd tegen kinderkansarmoede begint hier, bij de allerkleinsten.”