Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Izegem

“We beseffen dat we nog een grote groep kinderen en jongeren minder goed kunnen be-trekken bij onze Izegemse samenleving. Daar willen we verandering in brengen door ons beleid – over alle domeinen heen – op kinderen en jongeren af te stemmen.” (Bert Maertens, burgemeester)

Label ontvangen in 2024.

Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Bert Maertens, burgemeester:
“Onze stad heeft een heel sterk georganiseerd jeugdwerk, met tal van bloeiende jeugdverenigingen die heel veel Izegemse kinderen en jongeren de mooiste jaren van hun leven bezorgen. Die georganiseerde jeugd bereiken we vrij vlot. Maar we beseffen dat we nog een grote groep kinderen en jongeren minder goed kunnen betrek-ken bij onze Izegemse samenleving. Daar willen we verandering in brengen door ons beleid – over alle domeinen heen – op kinderen en jongeren af te stemmen. Het label van Kind- en Jeugdvriendelijke Stad, en dan vooral het traject er naartoe en de uitvoering van de vele acties op het terrein, zullen ons daar vast en zeker bij helpen.”

Robin Lemant, spoc werkgroep Mentaal Welzijn: “De motivatie om het label Kind- en Jeugdvriendelijke stad te halen is veelzijdig. Door te investeren in een veilige omgeving voor kinderen en jongeren, creëren we optimale kansen tot opgroeien en investeren we in de toekomst. Daarnaast willen we via verschillende acties de interactie tussen mensen met ver-schillende achtergronden en generaties heen bevorderen, wat het gemeenschapsgevoel in de stad versterkt. Een Kindvriendelijke Stad streeft naar inclusiviteit en gelijkheid. Het ac-tieplan en de samenwerkingen zullen zorgen voor een Kind- en Jeugdvriendelijkere Stad waar alle kinderen en jongeren zich thuis voelen.”

“Een Kindvriendelijke Stad streeft naar inclusiviteit en gelijkheid.”

Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Inge Rots, co-regisseur Kind- en Jeugdvriendelijke Stad:
“Het streven naar het label Kind- en Jeugdvriendelijke Stad kan leiden tot aanzienlijke verbeteringen in de leefkwaliteit, sociale cohesie, economische aantrekkelijkheid, educatieve kansen en duurzame ontwikkeling. Dit maakt het een aantrekkelijke optie voor steden die willen investeren in een gezonde en levendige toekomst voor al hun inwoners.
Door aandacht te besteden aan de behoeften en rechten van kinderen en jongeren, bouwen steden sterkere en veerkrachtigere gemeenschappen die beter voorbereid zijn op toekomsti-ge uitdagingen. En waar kinderen en jongeren – als meest kwetsbare burgers – beter van worden, daar wordt de volledige stad beter van.
Ook de interne werking van een stad wordt versterkt omdat diensten genoodzaakt worden om met een gezamenlijke bril naar de verschillende beleidsdomeinen te kijken.”

“Door aandacht te besteden aan de behoeften en rechten van kinderen en jongeren, bou-wen steden sterkere en veerkrachtigere gemeenschappen die beter voorbereid zijn op toe-komstige uitdagingen.”

Virginie Derumeaux, schepen van Jeugd: “Het is belangrijk om een duidelijke visie op het jeugdbeleid te vormen, die gedragen wordt over alle beleidsdomeinen heen. Kinderen en jongeren zijn het heden en de toekomst. Hoe zij de stad ervaren is een goede barometer om te weten waar we als stad nog meer op moeten inzetten.”

Robin Lemant: “Het streven naar het label bevordert niet enkel het welzijn van de kin-deren, het creëert ook een veiligere, gezondere en meer verbonden gemeenschap die aan-trekkelijk is voor iedereen. De volledige gemeenschap haalt voordeel uit initiatieven die de stad meer kindvriendelijk maken.
Het traject doet ons nadenken over uitdagingen waar we in Izegem mee geconfronteerd worden en doet ons kritisch kijken naar onze eigen werking. Een samenwerking tussen ver-schillende diensten heen is hierbij noodzakelijk.”

“Het traject doet ons nadenken over uitdagingen waar we in Izegem mee geconfronteerd worden en doet ons kritisch kijken naar onze eigen werking.”

Waar zijn jullie het meest trots op?
Jasper Dejonckheere, co-regisseur Kind- en Jeugdvriendelijke Stad
: “Het traject Kind- en Jeugdvriendelijke Stad dwong ons om naar binnen te kijken en onze organisatie-structuur in vraag te stellen. Wat zijn onze gemeenschappelijke doelen, waar zijn we goed in en wat zijn onze verbeterpunten? En vooral: hoe kunnen we samenwerken om ons potentieel waar te maken? Het engagement van een dienst werd zo een engagement van de organisa-tie én de politiek.”

Chaymae Faïk, spoc werkgroep Inclusie: “Door de samenwerking met alle betrokkenen werd een ambitieus actieplan opgesteld dat gericht is op het verbeteren van de leefomgeving voor kinderen en jongeren in onze stad. We zijn ervan overtuigd dat dit plan zal leiden tot een Kind- en Jeugdvriendelijkere Stad waar alle inwoners zich thuis voelen. We zijn dan ook trots op wat we samen hebben bereikt!”

Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Inge Rots:
“Samen met alle interne en externe partners willen we een aantal algemene acties nu gaan verfijnen door het opmaken van een gedetailleerd actieplan voor de komende jaren, inclusief specifieke initiatieven en meetbare doelen.

Daarbij zal het niet evident zijn om andersgeorganiseerde of minder mondige kinderen en jongeren te bereiken die zich meer in de schemerzone bevinden. Het is een blijvend aandachtspunt voor ons en onze partners om ook voor deze kinderen het maximale te realiseren en hen een klankbord te geven binnen onze stad.”

Jasper Dejonckheere: “Het finale doel van ons actieplan is om kinderen en jongeren als volwaardige actors in de maatschappij te erkennen. Dat houdt in dat ze evenwaardig maar vanuit hun leefwereld kunnen participeren. Die ‘nieuwe’ visie op kinderen en jongeren brengt vele werkpunten met zich mee: inzetten op outreachend werken, het installeren van een kindreflex bij de vele stadsdiensten, een verschuiving van formele naar informele participatie zodat ook de niet-verenigde of minder mondige jongeren aan bod komen, het oprichten van nieuwe instituten waar kinderen en jongeren terecht kunnen, enz.”

“Het finale doel van ons actieplan is om kinderen en jongeren als volwaardige actors in de maatschappij te erkennen. Dat houdt in dat ze evenwaardig maar vanuit hun leefwereld kunnen participeren.”

Chaymae Faïk: “Een blijvend aandachtspunt is het maken en uitvoeren van beleid dat ver-trekt vanuit de leefwereld en behoeften van kinderen. Denk bijvoorbeeld aan speel- en ont-moetingsruimte voor kinderen met een beperking. Of aan klare taal in het communiceren naar (ouders van) kinderen met een migratieachtergrond.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk.
Jasper Dejonckheere:
“De jeugdraad vormt samen met de kinder-en tienerraad de rode draad in de visie op formele participatie in Izegem. Na de coronacrisis had de jeugdraad echter de doorstroom van een generatie gemist en werd de heropstart ervan als heel moeilijk ervaren. Daarom zijn we samen met hen een traject gestart om vernieuwing en verjonging te introduceren. Die samenwerking tussen stad en adviesraden werpt nu zijn vruchten af in de vorm van een nieuwe, enthousiaste kern die opnieuw adviezen schrijft, de rechten van kinderen en jongeren verdedigt en samen met ons ook kleine evenementen organiseert. Op de foto zie je het ‘color festival’, dat op de dag van de jeugdbeweging plaatsvond en elk jaar heel leuke beelden oplevert.”