Glabbeek
“We zijn geëvolueerd van een mindset van ‘voor kinderen en jongeren’ naar een mindset van ‘voor en dóór kinderen en jongeren’.” (Chelsea Vanhemelen, maatschappelijk werker)
Label ontvangen in 2024.
Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Hilde Holsbeeks, schepen van Jeugd: “We hebben als gemeentebestuur de voorbije twee legislaturen sterk ingezet op jeugdinfrastructuur en activiteiten. Kindvriendelijkheid is uiteraard meer dan dat. Door ons in te zetten voor het label werden we (opnieuw) aangewakkerd om ook op hun niveau na te denken over een beleid dat is afgestemd op hun behoeften en hen nog meer te betrekken in het maken van dit beleid. Er bestaat al een kindergemeenteraad in Glabbeek, maar we merkten al snel dat we hier niet de hele doelgroep mee bereikten. Door ons in te zetten voor het label wilden we ervoor zorgen dat ook zij die geen deel uitmaken van deze kinderraad of van de verenigingen die regelmatig worden bevraagd een stem krijgen. Kinderen en jongeren verdienen evengoed een plaats in onze gemeenschap om zichzelf te kunnen zijn en zich te kunnen ontplooien in een veilige, verdraagzame gemeente. Daarvoor wil Glabbeek staan. We wilden deze kindreflex structureel verankeren in de be-leidsplanning.”
“Kinderen en jongeren verdienen evengoed een plaats in onze gemeenschap om zichzelf te kunnen zijn en zich te kunnen ontplooien in een veilige, verdraagzame gemeente.”
Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Thomas Ceusters, stafmedewerker algemeen directeur: “Om het label te behalen voer je een diepgaand onderzoek naar hoe kindvriendelijk jouw gemeente werkelijk is. Dat is een intensief, maar zeer leerrijk proces. De analyse, een evaluatie van de staat van kindvriendelijk beleid, stelt een bestuur in de mogelijkheid haar beleid onderbouwd bij te sturen. Zo weet je wat je goed doet, of wat je nog beter kan doen. Het is tevens een katalysator voor alle betrokkenen. Het traject doet diverse gemeentediensten over beleidsdomeinen heen samenwerken; je betrekt en bevraagt verenigingen en inwoners vanuit een andere insteek. Kortom, het motiveert je om ermee aan de slag te gaan.
We lieten ons hiervoor begeleiden door vzw Bataljong. Een echte aanrader, aangezien zij dankzij hun jarenlange ervaring nieuwe methodieken en inzichten aanreiken.”
Waar zijn jullie het meest trots op?
Chelsea Vanhemelen, maatschappelijk werker: “Ik ben erg trots op hoe onze visie op kindvriendelijkheid is tot stand gekomen. In eerste instantie dachten we – vanuit ons en-thousiasme – erg oplossingsgericht, waardoor we onszelf maar zeker ook de visie van de kinderen en jongeren wat zouden voorbijlopen. Tijdens dit traject hebben we geleerd om wat gas terug te nemen en ook de doelgroep de kans te geven om hun kijk op bepaalde zaken te delen. We hebben hiervoor verschillende technieken aangeleerd gekregen en geprobeerd deze op een ludieke manier toe te passen, rekening houdend met de leeftijdscategorieën. We zijn geëvolueerd van een mindset van ‘voor kinderen en jongeren’ naar een mindset van ‘voor en dóór kinderen en jongeren’. Deze visie zullen we nu omzetten in de praktijk.”
“Tijdens dit traject hebben we geleerd om wat gas terug te nemen en ook de doelgroep de kans te geven om hun kijk op bepaalde zaken te delen.”
De visie voor Glabbeek als kind- en jeugdvriendelijke gemeente:
Wat betekent kindvriendelijkheid in onze kleine landelijke gemeente? Wat bieden we kinderen en jongeren aan en wat willen we bereiken de volgende jaren?
- Glabbeek is een warme en open gemeenschap waar alle kinderen en jongeren zich goed voelen. Gericht op maximale groeikansen creëren, opdat zij zichzelf mogen zijn, zich fysiek en mentaal veilig kunnen voelen, werken we drempels weg die dit verhinderen. Non-discriminatie staat hierbij centraal.
- Betrokkenheid en inspraak zijn belangrijk. Kinderen en jongeren zijn volwaardige medeburgers die gehoord worden bij de opmaak en de realisatie van het beleid. Zo wordt binnen alle domeinen rekening gehouden met de behoeften van onze jeugd en gezinnen.
- Kinderen en jongeren hebben toegang tot juiste en volledige informatie. Met een aangepaste communicatie zorgt Glabbeek ervoor dat zij over alle informatie beschikken die zij nodig hebben. Deze moet vindbaar én betrouwbaar zijn.
Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Stephanie Naulaerts, Huis van het Kind: “Glabbeek staat op veel gebieden nog in de kinderschoenen van het proces naar een kindvriendelijke gemeente. Door de aanloop naar het label zijn we echt wel wakker geschud. We beginnen met veel goesting aan het vervolg van dit traject. Ik denk dus dat we nog op veel vlakken kunnen groeien. Een eerste prioriteit is om de communicatie naar kinderen en jongeren toe te versterken. Hiermee beogen we een grotere betrokkenheid van deze doelgroep.
Daarnaast willen we veel aandacht schenken aan het mentaal welzijn van jongeren. Dat kwam immers sterk naar voren in onze belevingsonderzoeken. Het Huis van het Kind kan hierin een belangrijke rol spelen. Via nieuwe samenwerkingen en de ontwikkeling van in-strumenten willen we kinderen en jongeren toeleiden naar dit aanbod. Bijvoorbeeld door het opmaken van een toegankelijke sociale kaart rond het hulpverleningsaanbod binnen onze gemeente en buurgemeenten voor gezinnen, kinderen en jongeren.”
“Via nieuwe samenwerkingen en de ontwikkeling van instrumenten willen we kinderen en jongeren toeleiden naar het aanbod op vlak van mentaal welzijn.”
Kindvriendelijk beleid in de praktijk.
Wouter Heeren, Jeugddienst: “Glabbeek is een skatevriendelijke gemeente, in samen-werking met de skaters zelf. Het voormalige skatepark gelegen aan de sporthal zorgde voor geluidsoverlast voor omwonenden. Het skateplein zou alleszins verdwijnen omdat deze grond te koop stond. Om een gedragen oplossing te bieden en een nieuwe locatie te vinden, plaatste het gemeentebestuur een oproep die bij de skatescene heel wat gehoor vond. We zijn met inwoners en skatende jongeren gaan samenzitten. Dit resulteerde in de keuze voor een gedragen locatie, de opmaak van een moodboard en een budget waarmee we vervol-gens naar verschillende leveranciers stapten. Finaal werden alle opstellingen, op één na, geïntegreerd in het nieuwe skatepark. Ook het reglement werd samen met hen vormgegeven. Aansluitend werd iemand van de lokale skatescene aangeduid als peter van dit project. Hij is het aanspreekpunt tussen de skaters en de jeugddienst. Tot op heden is dit een vlotte samenwerking.”