Kindvriendelijke steden en gemeenten

Op deze website vind je informatie over het label kindvriendelijke steden en gemeenten, voor lokale besturen die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag.

Riemst

Label behaald in 2018

Wat was voor jullie de motivatie/aanleiding om voor het label te gaan?
Kristien Van Lierop, ex-jeugdconsulente: “Na het wegvallen van het jeugdbeleidsplan was het zoeken naar een manier om het jeugdbeleid goed te “vestigen” in het meerjarenplan en dus ook in de toekomst van de gemeente. Hoewel Riemst nooit onder stoelen of banken stak dat ze voluit voor kinderen en jongeren wil gaan, viel er toch een zekere houvast weg. Het project Kindvriendelijke Gemeente leek mij een logische volgende stap. Ik zag het als opvolger, de gepimpte versie van het vroegere jeugdbeleidsplan. En het is beter: uitgebreider vooronderzoek, breed jeugdbeleid uitgestippeld vanuit elke hoek in de gemeente (kinderen en jongeren, andere inwoners, middenveld en alle gemeentediensten). Het zou een leerrijke ervaring worden, wat de uitkomst ook zou zijn. Een gemeente die toekomstgericht wil werken, móet bovendien haar kinderen en jongeren betrekken. Zij zijn het nu én zij zijn de toekomst. Een beleid dat hen centraal zet, is een beleid dat de eigenschappen van kinderen en jongeren centraal zet. Creativiteit, speelsheid, beweeglijkheid, spontaniteit,… en een gezonde dosis ondeugendheid. Een gemeente die gaat voor die kwaliteiten is ongetwijfeld goe bezig”
Philippe Reyners, kabinetsmedewerker: “We willen een gemeente waar het fijn is om te ravotten, om te wonen, om op te groeien, om te leven… Een gezonde en veilige gemeente waar kinderen zich thuis voelen. Want waar kinderen zich goed voelen, vinden (groot)ouders het ook fijn”

Waarom is het een aanrader voor (andere) gemeenten om voor het label te gaan?
Kristien Van Lierop, ex-jeugdconsulente voor Riemst: “Het traject helpt om pijnpunten bloot te leggen en langzaam maar zeker keuzes te maken die de kern van de gemeenschap ten goede komen.”
Anja Theunissen, maatschappelijk werker Sociaal Huis: “We hebben vanuit ons eigen werkveld allemaal aandacht voor kinderen maar vaak weten we niet van elkaar waar we mee bezig zijn. Door de koppen bij elkaar te steken, leren we elkaars werking en aandachtspunten beter kennen. We ontdekken gemeenschappelijke doelen en raakvlakken en kunnen onze krachten bundelen.“
Robin Ramaekers, deelnemer focusgroep: “Het label laat zien dat er niet enkel wordt nagedacht over hoe de gemeente toegankelijker kan worden voor kinderen en jongeren, maar ook dat er al concrete actie is ondernomen. Als de gemeente het label behaalt, is het wel belangrijk dat er constant wordt geëvalueerd en gecommuniceerd. De gemeente moet zichzelf dus steeds kritisch blijven bekijken.”

Waar zijn jullie het meeste trots op?
Mark Vos, burgemeester: “Beleid voeren is meer dan enkel stenen, financiën en woorden. De gemeente hecht veel belang aan de leefbaarheid van de dorpskernen. We voorzien in goed uitgebouwde en gedecentraliseerde (basis)voorzieningen, zoals de buitenschoolse kinderopvang, onderwijs in alle deelgemeenten en gemeentelijk busvervoer naar de scholen. Daarnaast zijn we steeds op zoek naar partners om samen diensten of dienstverlening uit te bouwen. Dan faciliteert het gemeentebestuur, maar leveren anderen de deskundigheid zoals het deeltijds kunstonderwijs, een BMX-club, spelaanbod in de zomervakantie. Als je faciliteert word je automatisch partner. We moeten in de toekomst verder blijven inzetten op deze manier van werken, want kind- en jeugdvriendelijkheid is een investering die zorgt voor een maatschappelijke meerwaarde.”

“Beleid voeren is meer dan enkel stenen, financiën en woorden. De gemeente hecht veel belang aan de leefbaarheid van de dorpskernen.”


Raf peters, medewerker Technische Dienst:
“In het verleden liep de communicatie tussen de verschillende diensten stroef. Er was weinig uitwisseling en communicatie. Nu is dat toch wel duidelijk verbeterd. Zo is er een maandelijks overleg over de speelpleintjes in het leven geroepen, waar verschillende experten binnen de Technische Dienst en Dienst Jeugd samenkomen om de lopende zaken, maar ook nieuwe ideeën te bespreken.”
Elien Severens, jeugdconsulente Dienst Jeugd: “Participatie en inspraak staat nu duidelijk op de agenda. Omdat dit in het verleden nog te weinig gedaan werd, bouwen we stap voor stap aan een gemeente waarin participatie en inspraak mogelijk worden gemaakt.”

Waar willen jullie zelf nog aan werken?
Bert Cilissen, schepen van Jeugd: “We streven naar een gemeente die zo dicht mogelijk bij haar inwoners staat, waarbij zowel de gemeente als de burger gemakkelijk kan communiceren, anticiperen en participeren. Het blijft echter een uitdaging om voor méér dan informeren en inspraak te gaan. Inspraak zien we als een haalbare doelstelling, volledige participatie is erg tijdsintensief en moeilijker in een kleinere gemeente, waar je met heel weinig ondersteunend personeel werkt. Dit neemt echter niet weg dat we de inspraakprocessen gebruiken op weg naar participatie. Op die manier kunnen onze kinderen en jongeren ook mee groeien in participatie.”

“We streven naar een gemeente die zo dicht mogelijk bij haar inwoners staat, waarbij zowel de gemeente als de burger gemakkelijk kan communiceren, anticiperen en participeren.”


Sigrid Rubens, coördinator Buitenschoolse Kinderopvang: “Binnen het Huis van het Kind willen we onze netwerken verder uitbreiden vanuit verschillende locaties. Hierdoor kunnen we nog verder ingaan op de noden van zowel ouders als kinderen. Ouder en kind moeten zich thuis voelen binnen het Huis van het Kind.”
Guido Vrijens, gemeentesecretaris: “Riemst is een kleine landelijke gemeente met vele ambities. Al deze ambities waarmaken met een beperkt aantal medewerkers is geen sinecure. Onze beleidsmedewerkers werken vaak op éénmansdiensten waardoor de beleidsvoorbereiding, -ondersteuning én -uitvoering op de bureau van dezelfde ambtenaar ligt. We kunnen enkel nog betere resultaten bereiken als we geïntegreerder samenwerken over de diensten heen. We proberen dit vanuit het projectoverleg, een inhoudelijke vergadering met onze afdelingshoofden.”
Ronald Jeurissen, jeugdwerker Dienst Jeugd: “Verkeersveiligheid blijft een uitdaging. We zijn een uitgestrekte gemeente waardoor er een paar drukke verkeersaders door de gemeente lopen. Ouders laten hun kinderen niet graag alleen fietsen langs deze wegen. Door deze wegen veiliger te maken zijn speelpleinen, het skateplein, sporthallen… autonoom beter bereikbaar voor kinderen.”
Anja Theunissen, maatschappelijk werker Sociaal Huis: “Om de problematiek van kinderarmoede onder de aandacht te brengen hebben we al een eerste stap gezet naar het onderwijs en de gemeentelijke diensten. We sensibiliseren, adviseren en werken samen een visie en beleid uit. We willen ons echter ook richten naar het vrijetijdscircuit (sportverenigingen, jeugdbewegingen, muziekverenigingen, …) en hen laten kijken door de bril van kansarme kinderen.”

Kindvriendelijk beleid in de praktijk
De speelplek op het Deken Gelaesplein is een zeer mooie combinatie van natuurlijke en kunstmatige speelelementen. Kinderen, hun ouders en buurtbewoners werden via inspraak- en participatietechnieken bevraagd over hoe hun ideale plein eruit zou zien. Er bleek nood aan een speelplek en tegelijkertijd ook aan een verzamelplek voor de oudere mensen. Het resultaat blijkt een groot succes. Ondertussen werden er ook al banken verplaatst en extra banken geplaatst voor de oudere bewoners uit de buurt. Het plein is dus een plaats waar zowel de jongere als de oudere generatie zich thuis voelt.